Opschalingsfase

Het Betonakkoord heeft eind 2021 de opbouwfase afgesloten. In de volgende fase van opschaling gaan opdrachtgevers duurzaam uitvragen en maken zij ruimte voor innovaties in projecten. Marktpartijen moeten gaan voldoen aan scherpere contracteisen en inkoopcriteria en worden via gunningscriteria uitgedaagd om nog beter te presteren.

De bouwsector staat voor een grote uitdaging. Er is een dringende behoefte aan de opschaling van de woningvoorraad en vervanging/hergebruik in de utiliteitsbouw en GWW. Tevens staat de bouw onder druk gezien de hoge milieuvoetafdruk van bouwmaterialen en schaarste aan grondstoffen zoals water, zand en grind. Dit laatste kan aanzienlijk beperkt worden door allerlei maatregelen: toekomstgerichte ontwerpen en bouwmethoden, zoals 3D-printen, prefab bouwen en demontabel bouwen, computer gegenereerd bouwen en het direct hergebruiken van bouwmaterialen (inclusief materialenpaspoort en digitale marktplaats voor beton, staal en andere bouwmaterialen) en toepassing van CO2 arme materialen.

Het Betonakkoord wil voortrekker zijn in deze vernieuwingsopgave. Daarvoor heeft ze de basis al gelegd. Samen met partners uit de gehele betonketen heeft ze het noodzakelijke huiswerk gedaan. Zij heeft:

  • een roadmap met flinke ambities voor verduurzaming geformuleerd;
  • parallel aan de EN 206 een beton op prestatie standaard in voorbereiding;
  • een innovatieprogramma opgesteld;
  • een monitoringsysteem in opbouw (samen met het Betonhuis);
  • de Rijksoverheid verzocht om de te formuleren contracteisen die in de tijd steeds scherper worden, te harmoniseren.

Of de geformuleerde ambities gerealiseerd kunnen worden, hangt met name af van de snelheid waarmee innovaties grootschalig op de markt komen. Daarom is niet precies voorspelbaar hoe het transitiepad naar duurzaam beton zal verlopen. Wel kunnen we gezamenlijk met innovatieve opdrachtgevers innovaties in de betonketen aanjagen. Succesvolle resultaten leveren concrete data op wat wel en niet opschaalbaar is en in welk tempo. Dit soort data ontbrak tot op heden en maakte het opstellen van een exacte routekaart in de tijd niet mogelijk. Met onderstaande aanpak wordt duidelijk welke duurzaamheidsprestaties de komende jaren geleverd kunnen worden door de gehele markt en waarop opdrachtgevers hun uitvraag kunnen richten. Het Betonakkoord wil hierbij ondersteuning bieden.

Wat is de ambitie en doelstelling?

Onze ambitie is het in gang zetten van een innovatieve motor die de bouwsector en daarbinnen de bouwmaterialen (i.h.b. beton en staal) toekomstbestendig en duurzaam maakt en het bouwproces versnelt. De enorme vervangingsopgave in de infrastructuur en bouwopgave in de woning- en utiliteitsbouw kunnen alleen kosten-efficiënt, toekomstbestendig en duurzaam gerealiseerd worden, als deze vernieuwingsopgave gezamenlijk gebeurt met opdrachtgevers en marktpartijen in coalities. Deze partijen bereiden de vernieuwing voor die vervolgens door de rest van de markt (het peloton) gevolgd kan worden via een geharmoniseerde beleidsaanpak. Dit maakt opschaling van innovaties mogelijk en biedt daardoor marktpartijen en investeerders zekerheid over rendement op de noodzakelijke investeringen. Het Ministerie IenW heeft zich bereid verklaard om hierbij een actieve rol te spelen. Met het Ministerie BZK wordt het gesprek hierover voorbereid.

Het doel is om in tenminste 7 coalities rond concrete thema’s de vernieuwing aan te jagen.

Welke concrete activiteiten gaan er worden uitgevoerd?

Er worden tenminste 7 verschillende coalities van innovatieve opdrachtgevers – 4 in de GWW en 3 in de woningbouw en utiliteitsbouw – gevormd. Bij de GWW coalitie zijn Rijkswaterstaat en een groep van tenminste 20 gemeenten en provincies launching customer en bij de woningbouw- en utiliteitsbouwprojecten zijn Rijksvastgoedbedrijf, een groep private projectontwikkelaars en zo mogelijk nog een tweede groep (semi-)publieke opdrachtgevers launching customer. De bouwbedrijven Heijmans, Dura Vermeer en BAM willen zich inzetten voor zowel GWW als B&U projecten. De focus ligt op beton en staal, maar zal in de praktijk vaak gecombineerd worden met andere bouwmaterialen.

De betrokken opdrachtgevers stellen gezamenlijk de uit te vragen contracteisen vast, met input van de ervaringsdeskundigen uit het Betonakkoord en Bouwakkoord Staal. Voor 2024/25 corresponderen deze eisen met de best in class prestaties in de markt die op TRL 9 zitten. Tevens wordt de wijze waarop innovatief uitgevraagd wordt, afgestemd. Daarna volgt een marktconsultatieronde (elke opdrachtgever afzonderlijk of gezamenlijk) en op basis daarvan worden de best in class marktpartijen geselecteerd. Met deze marktpartijen wordt zo mogelijk een langduriger samenwerking opgezet, die aansluit bij het innovatieve karakter van de aanpak. Onderdeel van de samenwerking tussen opdrachtgevers is ook kennisdeling en overdracht.

Op basis van de gesprekken met potentieel, geïnteresseerde opdrachtgevers vormen zich de volgende zeven coalities:

Infraprojecten:

Hergebruik van gerecycled materiaal en hergebruikte betonelementen in bruggen: RWS en de provincie Noord-Holland zijn de trekkers. Zij gaan gezamenlijk met marktpartijen en kennisinstellingen uitvoering geven aan het vervangen van ongeveer 7 bruggen (in serie). In deze coalitie worden fysieke opslaglocaties en digitale platforms voor uitwisseling van bouwelementen en te recyclen materialen opgezet. Ook de ervaringen met sortering en scanning van her te gebruiken en te recyclen materialen en de kwaliteitsbeoordeling worden uitgewisseld. Het resultaat zal zijn een blauwdruk hoe deze aanpak en uitvoering opgeschaald kan worden naar landelijk niveau. Dit sluit ook goed aan bij de nieuwe DigiDeal data uitwisseling voor hergebruik waaraan RVB en RWS deelnemen. De opgedane ervaringen met bruggen zijn 1-op-1 te vertalen naar andere kunstwerken, zoals viaducten.

Modulair gestandaardiseerde (circulaire) betonnen bruggen: RWS en de provincies Zeeland, Noord-Holland en Utrecht. Mogelijk sluit de provincie Gelderland zich bij deze of bij 1 aan. Zij gaan gezamenlijk met marktpartijen en kennisinstellingen een aanpak in de praktijk brengen bij 5 bruggen om het proces van het bouwen van nieuwe bruggen die de oude vervangen, te versnellen. Dit vereist inzicht in wat kan worden gestandaardiseerd en hoe dergelijke onderdelen prefab kunnen worden geproduceerd in combinatie met herbruikbare bouwelementen. De visie is dat 80 % van de betonnen bruggen gebundeld en seriematig kan worden aanbesteed. Met seriematig werken wordt 1) veel repeterend werk en kosten in aanbestedingen vermeden en 2) komt er veel arbeidscapaciteit vrij. Het seriematig LVO/renoveren van bruggen levert winst op in de programmering, de aanbesteding en uitvoering, zowel in kosten als in impact op innovatie/duurzaamheid. Het leidt tot hoogwaardigere oplossingen tegen lagere (transactie)kosten.

Standaardisering en verduurzaming van bestrating: Veel gemeenten hebben voortdurend te maken met de vernieuwing of uitbreiding van hun bestrating. Dat kost veel geld en menskracht. De gemeenten Eindhoven, Amersfoort, Den Haag en Amsterdam zijn de trekkers van deze coalitie en zorgen voor de voorbereiding. Daarna worden tenminste 4 andere gemeenten of mogelijk enkele andere (semi-)publieke opdrachtgevers betrokken. De intentie is om gezamenlijk te gaan leren hoe ze de aanpak van bestrating sneller en duurzamer kunnen doen. Ook hier komen verschillende duurzaamheids-vraagstukken bij elkaar: het gebruik van CO₂ arm beton, hergebruik en recycling en inzet van IT-technologie bij de productie van bestrating. Marktpartijen zijn in staat om aan deze opgave te voldoen, als de vraag door opdrachtgevers wordt gesteld.

Circulaire sloop, recycling en hergebruik van publieke GWW kunstwerken en gebouwen van ongeveer 12 gemeenten in West-Nederland. Zij sluiten met de belangrijkste ketenpartijen en het Betonakkoord een apart convenant. Daarin wordt vastgelegd dat zij dit regionale initiatief nemen en overdraagbaar willen maken naar alle andere regio’s in Nederland.

Mogelijk sluiten de Havenbedrijven Rotterdam en Amsterdam ook nog aan bij een van de projecten of formuleren zij een eigen project.

Utiliteits- en woningbouwprojecten

In de utiliteits- en woningbouw zijn drie vergelijkbare coalities in voorbereiding. Hierin zullen Rijksvastgoedbedrijf (RVB), een groep private projectontwikkelaars en enkele andere (semi-)publieke opdrachtgevers een leidende rol spelen.

Opschaling 1 op 1 hergebruik van constructieve betonelementen en recycling van beton en staal in de utiliteitsbouw: In deze coalitie wordt voortgebouwd op de ervaringen van het Gelderse pilotproject Circulair delven Prinsenhof . Dit project heeft aangetoond dat gecontroleerd demonteren en vervolgens 1 op 1 hergebruiken van bouwproducten in nieuwe bouwwerken technisch haalbaar is, economisch interessant is en een grote positieve impact heeft op CO2 reductie, circulariteit en vermindering van primaire grondstoffen. Tevens wordt voortgebouwd op de reeds uitgevoerde projecten gericht op recycling van beton. Ook dit blijkt lagere kosten met zich mee te brengen dan traditioneel slopen van beton en storten als fundering onder de wegen.

In vervolg op de hierboven genoemde initiatieven wordt een brede coalitie opgezet met geïnteresseerde opdrachtgevers. Rijksvastgoedbedrijf wil hiervan de trekker zijn. Daarnaast leggen we contact met een aantal andere (semi-)publieke opdrachtgevers (met name de universiteiten Utrecht, Delft Nijmegen en Leiden). Wat niet als beton- of staalelement kan worden hergebruikt, wordt hoogwaardig gerecycled en opnieuw ingezet in de bouw. Om dit circulaire proces tot stand te brengen, is -vergelijkbaar met de GWW – een digitaal platform voor uitwisseling van beton- en staalelementen en grondstoffen – nodig. Om langdurige opslag (en dus hoge kosten) te vermijden, is in dit digitale platform ook een vroegtijdige aanmelding van beton- en staalbehoefte en -aanbod ingebouwd, waardoor vraag en aanbod goed gematcht kan worden. Kwaliteitsborging vormt eveneens onderdeel van de aanpak.

Toepassing van CO2 arm beton in de woning- en utiliteitsbouw

Binnen dit thema wordt een coalitie gevormd van private opdrachtgevers (waaronder al hebben toegezegd: Synchroon, BAM, Heijmans, Dura Vermeer Midden-West, met steun van Achmea Real Estate en BPD | Bouwfonds Gebiedsontwikkeling Noord West). Waarschijnlijk sluit Rijksvastgoed hierbij aan. Zij hebben elk een of meerdere grote projecten geselecteerd waarin ze in de tijd steeds CO2 armer beton (en zo mogelijk ook staal) zullen toepassen. Deze partijen willen zich inspannen om als bedrijf met hun keten de lat steeds hoger te leggen, waardoor al lerend een ambitieuze vernieuwing in beton en staal gerealiseerd wordt. 11 juni wordt de intentieverklaring ondertekend.

IT gedreven (recirculaire) woning en utiliteitsbouw:

In deze te vormen coalitie staat modulariteit, duurzaamheid en versnelling van het bouwproces m.b.v. IT-technologie centraal. De coalitie richt zich op het versnellen van hun bouwprocessen door standaardisatie, meer prefab betonen industrialisatie van het bouwproces met behulp van geavanceerde IT-technieken (AI, 3D printen, topologisch ontwerpen (precisiebeton) en parametrisch ontwerpen). Tegelijkertijd is het de bedoeling om te verduurzamen door recirculair (modulair en adaptief) te ontwerpen, zoveel mogelijk beton elementen te hergebruiken en met zo CO2 arm mogelijk beton te werken. Ook hier gaat het om het ontwikkelen van een seriematige aanpak, waardoor versnelling van het bouwproces tot stand komt.

De opdrachtgevers die hier als trekker willen optreden, kunnen eveneens betrokken zijn bij bovenstaande coalities 1 en 2. De drie coalities in de B&U lopen in elkaar over. Vandaar dat we eerst de coalities 1 en 2 willen formeren en vervolgens coalitie 3.

Met name binnen deze coalitie willen we nauw samenwerken met andere partijen in de bouw die vernieuwing op het gebied van CO2 reductie en circulariteit aanjagen. Het gaat hier immers om initiatieven die beton overstijgend zijn en op het niveau van ontwerp en constructie van bouwwerken liggen. We stemmen reeds goed af met de Dutch Green Building Council, Cirkelstad/Het Nieuwe Normaal, Bouw Circulair en het Bouwwaarde model, dat binnen het Betonakkoord is ontwikkeld.

 Wat is er na uitvoering van dit voorstel bereikt?

In 2024 en 2025 zullen de MKI en circulariteitseisen al worden aangescherpt. Maar na de uitvoering van de werkzaamheden van bovenstaande coalities in 2024 en 2025 kunnen in 2026 de contracteisen voor het peloton verdergaand worden aangescherpt. Immers tegen die tijd zijn er voldoende praktijkdata om aan te tonen dat die aanscherping haalbaar is voor het volgers in de markt. Ditzelfde zal gebeuren in 2028 en 2030. De ambitie van Betonakkoord is dat bij succesvolle resultaten van bovengenoemde coalities tegen 2030 70% CO2 reductie haalbaar is en misschien zelfs klimaatneutraal in de betonketen in 2030 t.o.v. 1990 en tevens volledige circulariteit in 2030 met prioriteit voor preventie, levensduurverlenging, hergebruik en dan recycling. De gezamenlijk opgedane leerervaringen hebben geleid tot nieuwe standaarden die breed in de bouw worden toegepast.